Staatssecretaris Maarten van Ooijen (volksgezondheid) roept supermarkten op niet op zoek te gaan naar “slimme trucs” om toch tabak te kunnen verkopen nadat het landelijke verkoopverbod voor supermarkten op 1 juli volgend jaar is ingegaan.
Hij steunt gemeenten, zoals Utrecht, die ondernemers verbieden nieuwe tabaksspeciaalzaken te openen.
Met het verbod loopt Utrecht vooruit op landelijke wet- en regelgeving om de verkoop van sigaretten vanuit supermarkten per 1 juli 2024 te verbieden. De gemeente vreest dat supermarkten hun winkels gaan verbouwen om zo een nieuwe entree te maken waardoor zij de wet omzeilen en alsnog sigaretten kunnen blijven verkopen. “Via een achterdeurtje een nieuwe tabakswinkel openen vlakbij een supermarkt of zelfs in het gebouw van een supermarkt zoals in Utrecht dreigde te gebeuren, moeten we echt niet willen”, zegt Van Ooijen in een reactie op het besluit van Utrecht.
De staatssecretaris verwacht van supermarkten dat zij hun “maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen”, omdat ze het Nationaal Preventieakkoord hebben ondertekend. Ook rekent hij erop dat “alle supermarkten zich houden aan de wet- en regelgeving die is opgesteld, zonder zich daarbij te bedienen van ongewenste constructies.”
In maart riep de Tweede Kamer het kabinet via een motie op gemeenten extra bevoegdheden te geven waarmee zij de vestiging van nieuwe tabakszaken kunnen beperken. Initiatiefnemer van de motie, PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis, vindt dat de motie nu snel moet worden uitgevoerd. Samen met onder meer CDA-Kamerlid Anne Kuik maakte hij zich toen al zorgen over de verschuiving van de
tabaksverkoop.
Mohandis noemt de actie van Utrecht een “mooie ontwikkeling naar aanleiding van onze motie”. Kuik vindt het een “belangrijke stap in opmaat naar een rookvrije generatie. “Hopelijk volgen er meer gemeentes”, twittert Kuik.