Vragen GroenLinks/PvdA aan college van B&W over gebruik pesticiden

In het kader van duurzaamheid en de bescherming van de volksgezondheid en biodiversiteit stelt de gemeenteraadsfractie GroenLinks/PvdA een aantal vragen over het gebruik van pesticiden binnen onze gemeente.

Het verantwoord omgaan met chemische bestrijdingsmiddelen is essentieel om schade aan het milieu en risico’s voor mens en dier te beperken, zo stelt de fractie.

GroenLinks/PvdA verwijst naar het bericht ‘Nieuwe route naar terugdringen van pesticiden: de gemeente kan ingrijpen’, dat op 20 december werd gepubliceerd in NRC. In het artikel wordt uitgelegd dat gemeenten iets kunnen doen tegen het gebruik van toegelaten bestrijdingsmiddelen in de land- en tuinbouw. Naar aanleiding van dat artikel stelt GroenLinks/PvdA de volgende vragen aan het college:

1. Welke pesticiden worden momenteel gebruikt door de gemeente of door derden die in opdracht van de gemeente werken? En wordt hierbij gebruikgemaakt van middelen die controversieel zijn vanwege hun impact op de volksgezondheid of het milieu, zoals glyfosaat?
2. Zijn er specifieke gebieden waar pesticiden worden toegepast, zoals in parken, langs wegen, op sportvelden of in andere openbare ruimtes? Hoe wordt hierbij rekening gehouden met kwetsbare groepen, zoals kinderen, ouderen en huisdieren?
3. Wat is het huidige beleid van de gemeente ten aanzien van het gebruik van pesticiden?
   a. Zijn er concrete doelen gesteld om het gebruik van pesticiden te verminderen of volledig af te schaffen?
     b. Zo ja, welke maatregelen zijn er al genomen en welke staan gepland?
4. Maakt de gemeente gebruik van alternatieven voor pesticiden, zoals biologische bestrijdingsmethoden of innovatieve technieken?
     a. Zo ja, welke resultaten zijn hiermee behaald?
     b. Zo nee, waarom niet?
5. Hoe houdt de gemeente toezicht op het gebruik van pesticiden door aannemers of andere partijen die in opdracht van de gemeente werken?
6. Worden inwoners actief geïnformeerd over het gebruik van pesticiden door de gemeente, de risico’s daarvan en eventuele alternatieven?
7. Op welke wijze houdt de gemeente rekening met landelijke en Europese richtlijnen en wetgeving omtrent het gebruik van pesticiden?