De
werkloosheid in Nederland is in mei licht afgenomen ten opzichte van een maand eerder.
In mei zat 3,6 procent van de beroepsbevolking zonder betaald werk, meldt het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het werkloosheidspercentage schommelt volgens het
CBS sinds de zomer van 2023 al rond de 3,6. In april liep de werkloosheid nog licht op tot 3,7 procent. Het aantal WW-uitkeringen nam in mei wel licht toe.
In mei hadden bijna 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar geen betaald werk. Naast werklozen ging het om zo’n 3,2 miljoen mensen die niet kortgeleden naar werk hebben gezocht of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat vooral om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid.
De werkloosheid daalde in mei het meest onder jongeren, van 8,7 naar 8,4 procent van de beroepsbevolking van 15 tot 25 jaar. In deze leeftijdsgroep ligt de werkloosheid aanzienlijk hoger dan bij 25-plussers. Het gaat bij de jeugdwerkloosheid meestal om onderwijsvolgende jongeren die een bijbaan zoeken. De werkloosheid onder 25- tot 45-jarigen daalde in mei licht, van 3,1 naar 3,0 procent en bij de 45-plussers bleef deze gelijk op 2,1 procent.
Het UWV verstrekte eind mei 170.800 WW-uitkeringen. Dat zijn er vijfhonderd meer dan in april. In de sectoren overheid, voedings- en genotmiddelenindustrie en in de schoonmaak steeg het aantal WW-uitkeringen het meest. In de landbouw, bouw en in de uitzendbranche was sprake van een afname. In deze sectoren is in het voorjaar meestal weer meer werk te vinden.