De
werkloosheid is in november licht gedaald, naar 3,5 procent van de beroepsbevolking. In november waren 357 duizend mensen werkloos.
In de voorafgaande drie maanden daalde het aantal werklozen gemiddeld met 2 duizend per maand. In dezelfde periode kwamen er elke maand gemiddeld 15 duizend mensen bij met betaald werk. Dit meldt het
CBS op basis van nieuwe cijfers.
UWV registreerde eind november 160 duizend lopende
WW-uitkeringen.
In november hadden 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om verschillende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,2 miljoen mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar zijn. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat vooral om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Gemiddeld groeide het aantal mensen buiten de beroepsbevolking in de afgelopen drie maanden met 5 duizend per maand.
Meer WW-uitkeringen
In november 2023 verstrekte UWV 160,2 duizend WW-uitkeringen. Dit is een stijging van 2,9 procent ten opzichte van oktober (155,8 duizend). In november werden er 22,8 duizend uitkeringen beëindigd, terwijl er 27,3 duizend nieuwe bij kwamen.
De stijging van WW-uitkeringen deed zich de afgelopen maand in bijna alle sectoren voor, vooral in de sectoren landbouw, groenvoorziening, visserij (+12,4 procent), chemische industrie (+11,6 procent) en horeca en catering (+10,9 procent). In vergelijking met oktober namen de WW-uitkeringen vooral af bij onderwijs (-8,3 procent), en de voeding- en genotmiddelenindustrie (-1,3 procent).
Werkloosheid fluctueert onder jongeren
Het werkloosheidspercentage onder 25- tot 45-jarigen en 45- tot 75-jarigen is sinds begin dit jaar nauwelijks veranderd. Dat geldt niet voor het werkloosheidspercentage onder jongeren van 15 tot 25 jaar. In december vorig jaar was het werkloosheidspercentage 7,5, in september van dit jaar was dat gestegen naar 8,8. Het percentage is daarna weer afgenomen, naar 8,2 in november. Ruim 4 op de 10 werklozen zijn op dit moment jonger dan 25 jaar. In en rondom studentensteden wonen relatief veel werkloze jongeren.
Stromen naar en uit werkloosheid ongeveer in evenwicht
De ontwikkeling van de werkloosheid is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het schema hieronder laat die stromen zien. De figuur daaronder toont de ontwikkeling van die verschillende stromen in de afgelopen maanden.
De werkloosheid kan toe- of afnemen door vier verschillende stromen. Twee van die stromen kunnen de werkloosheid doen dalen. De eerste is de stroom van werklozen die een baan vinden. De tweede is de stroom van werklozen die stoppen met zoeken en de arbeidsmarkt verlaten. Deze stroom was in november 96 duizend en daarmee het grootst sinds december 2021.
Er zijn ook twee tegengestelde stromen, die de werkloosheid kunnen vergroten. Het gaat om werkenden die hun baan verliezen en om mensen die zich eerder niet aanboden op de arbeidsmarkt en op zoek zijn gegaan naar werk. Als ze niet meteen werk vinden, worden ze deel van de werkloze beroepsbevolking.
De stromen in en uit werkloosheid houden elkaar ongeveer in evenwicht. Er is iets meer uitstroom uit werkloosheid dan instroom naar werkloosheid en daardoor was er in november dus een lichte daling van het aantal werklozen. In november waren er 7 duizend werklozen minder dan drie maanden eerder (hiermee daalde de werkloosheid gemiddeld per maand met ruim 2 duizend).