Limburg is momenteel na Zeeland de provincie met de laagste
werkloosheid van het land. In Zeeland is 3,5 procent van de beroepsbevolking werkloos, in Limburg is dat nu 4,8 procent.
Drie jaar geleden was in Limburg nog 7,1 procent van de beroepsbevolking werkloos. In 2008, voor de crisis, zat 4 procent van de beroepsbevolking zonder werk.
In alle provincies is de werkloosheid lager dan drie jaar geleden, vooral in Flevoland, Friesland en Limburg. Toch ligt de werkloosheid overal nog boven het niveau van het derde kwartaal van 2008, net voor de economische crisis. Ook nam in alle provincies het aantal openstaande vacatures en de spanning op de
arbeidsmarkt toe, het meest in Zeeland en het minst in Zuid-Holland. Dat meldt
CBS.
In het derde kwartaal van 2016 was gemiddeld 5,6 procent van de Nederlandse beroepsbevolking werkloos. De werkloosheid was met 7,1 procent het hoogst in de provincie Groningen. Deze provincie loste in 2015 Flevoland af dat daarvoor de hoogste werkloosheid kende. Zeeland heeft al jaren de laagste werkloosheid: 3,5 procent in het derde kwartaal van 2016.
In alle provincies meer vacatures
In het derde kwartaal van 2016 waren er in Nederland 159 duizend openstaande vacatures. Dat is een toename van 70 procent sinds het derde kwartaal van 2013. In alle provincies is het aantal vacatures in de afgelopen drie jaar toegenomen. De ontwikkeling was het sterkst in Zeeland (319 procent), vervolgens in Drenthe (243 procent) en Flevoland (222 procent). In Zuid-Holland waren in beide jaren de meeste vacatures te vinden: 16 procent van alle vacatures in het derde kwartaal van 2016, 21 procent in het derde kwartaal van 2013.
Overal meer spanning op de arbeidsmarkt
Het aantal werklozen per vacature geeft een indicatie van de spanning op de arbeidsmarkt. De spanning neemt toe naarmate er minder werklozen per openstaande vacature zijn. De arbeidsmarkt wordt dan krapper. In het derde kwartaal van 2016 was de arbeidsmarkt het krapst in Zeeland, waar het aantal werklozen en het aantal vacatures vrijwel in evenwicht waren. De arbeidsmarkt was het ruimst in Zuid-Holland. Daar waren vijf werklozen per openstaande vacature. De afgelopen drie jaar is in alle provincies de spanning op de arbeidsmarkt toegenomen, het meest in Zeeland en het minst in Zuid-Holland.
Arbeidsparticipatie bijna overal gestegen
Ook de arbeidsparticipatie laat regionale verschillen zien. In de provincie Utrecht werken relatief de meeste mensen: in het derde kwartaal van 2016 had 69,1 procent van alle inwoners van 15 tot 75 jaar betaald werk. In de provincie Groningen werken relatief de minste mensen: 62,9 procent. Het gemiddelde voor Nederland als geheel lag op 66,2 procent. In de meeste provincies is de arbeidsparticipatie in het derde kwartaal van 2016 hoger dan in het derde kwartaal van 2013. In deze periode is de arbeidsparticipatie het sterkst toegenomen in Zeeland en Noord-Holland.
Meer banen van werknemers
In december 2015 waren er in alle provincies in Nederland meer banen van werknemers dan in december 2013. Niet in alle provincies was er in deze jaren een jaarlijkse stijging van het aantal banen. In Drenthe nam het aantal banen tussen 2013 en 2014 nog wel toe tot bijna 195 duizend; in 2015 liep dit licht terug tot bijna 194 duizend. In Overijssel was er sprake van een lichte afname tussen 2013 en 2014, maar steeg het aantal banen in 2015 weer naar 518 duizend.
De provincies waar in absolute zin het aantal werknemersbanen het meest toenam in deze periode zijn achtereenvolgens Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Ook in relatieve zin nam in Noord-Holland het aantal banen het meest toe, 3,7 procent tussen 2013 en 2015. Op de tweede plaats staat Noord-Brabant met 2,4 procent en in Zuid-Holland, Groningen en Friesland steeg het aantal banen in deze periode met 2,1 procent.
Groot-Amsterdam is uitschieter
Op Corop-niveau is Groot-Amsterdam een uitschieter. Daar nam het aantal banen tussen 2013 en 2015 met zo'n 46 duizend toe tot ruim 900 duizend, vooral in de gemeente Amsterdam. Ook in Eindhoven en Tilburg nam het aantal banen in deze periode relatief fors toe.
In de krimpregio's, de regio's waar de bevolking is afgenomen, bleef het niveau stabiel met lichte afnames en een enkele toename van het aantal werknemersbanen. Alleen de krimpregio's Achterhoek en Zuid-Limburg laten in deze twee jaren een stijging zien van het aantal werknemersbanen. Eerder was sprake van een bovengemiddelde daling in de krimpregio's.