De werkzame
beroepsbevolking bestaat voor een steeds groter deel uit 55-plussers. In 2023 was 27 procent van alle werkenden 55 tot 75 jaar.
Tien jaar eerder was dat 20 procent. Limburg heeft het hoogste aandeel werkzame 55-plussers. De bedrijfstakken landbouw en visserij, vervoer en overige dienstverlening zijn in verhouding sterk vergrijsd. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Tussen 2013 en 2023 is de werkzame beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar (exclusief onderwijsvolgenden) met 890 duizend mensen gegroeid naar ruim 7,8 miljoen. Deze groei kwam voor een groot deel door meer 55-plussers (732 duizend). Dit komt vooral door de hogere arbeidsdeelname van 55-plussers en voor een kleiner deel doordat er meer 55-plussers zijn in de totale bevolking. Ook de verhoging van de AOW-leeftijd speelt mee.
In Limburg bijna 1 op de 3 werkenden 55-plus
In Limburg was in 2023 de werkzame beroepsbevolking het sterkst vergrijsd. Bijna 1 op de 3 werkenden (exclusief onderwijsvolgenden) was daar 55-plusser. In 2013 was dit nog 1 op de 5. Ook in Zeeland, Fryslân, Drenthe en Gelderland was het aandeel 55-plussers binnen de werkzame beroepsbevolking bovengemiddeld. In Zuid-Holland en Utrecht was het aandeel werkende 55-plussers met 25 procent het laagst.
Landbouw en visserij meest vergrijsd
In 2023 was het aandeel 55- tot 75-jarigen (exclusief onderwijsvolgenden) het hoogst in de landbouw en visserij (34 procent). Daarna volgen de bedrijfstakken vervoer en overige dienstverlening. Bij de overige dienstverlening is dit aandeel van 2013 op 2023 ook verhoudingsgewijs sterk toegenomen: met ruim 10 procentpunt. Onder overige dienstverlening vallen onder meer de levensbeschouwelijke en politieke organisaties en de uitvaartbranche. Ook was er een sterke toename van 55-plussers in de industrie. Alleen in het onderwijs is in dezelfde periode het aandeel 55-plussers afgenomen (met 1,4 procentpunt). De bedrijfstak informatie en communicatie was met 15 procent 55-plussers het minst vergrijsd.
Vooral meer 55-plussers werkzaam
De groei van het aantal werkenden in de afgelopen tien jaar zat vooral bij mensen van 55 tot 65 jaar. Voor vrouwen nam in deze leeftijdsgroep het aandeel met werk (de nettoarbeidsparticipatie) toe van 48,8 naar 67,9 procent, voor mannen was dat van 67,4 naar 81,8 procent. Vrouwen die nu 55 jaar of ouder zijn, werken vaker dan vroeger. Ook bij 65- tot 75-jarigen was deze groei in verhouding groot. Hier speelt mee dat sinds 2013 de AOW-leeftijd is verhoogd. Hierdoor is het aandeel 55- tot 75-jarigen in de werkzame beroepsbevolking (exclusief onderwijsvolgenden) in tien jaar tijd gegroeid van bijna 20 procent tot 27 procent. In de totale bevolking van 15 tot 75 jaar (exclusief onderwijsvolgenden) nam het aandeel 55- tot 75-jarigen toe met ruim 4 procentpunt.