De nu geldende 45 minutennorm waarbinnen een patiënt die spoedeisende zorg nodig heeft door een
ambulance naar een
ziekenhuis moet worden gebracht, moet worden aangepast.
Dat adviseert de
Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Die norm is verouderd en lang niet altijd relevant, zei Johan Rijneveld, directeur regulering van de
NZa, in een gesprek met de Tweede Kamer.
Die norm geldt al twintig jaar en is niet wetenschappelijk onderbouwd, zei Rijneveld. Er is sindsdien veel verbeterd in de zorg, waaronder ook de zorg in ambulances. “Ambulances zijn vaak rijdende ziekenhuizen.” Mensen met een ernstige en spoedeisende aandoening kunnen daar vaak al zo goed worden geholpen, dat tijd niet altijd meer relevant is. Bij sommige klachten is het verstandiger om door te rijden naar een gespecialiseerd ziekenhuis, zo gaf Rijneveld aan. “Er wordt door ambulances verder gereden naar een plek waar voor de betreffende patiënt de beste zorg kan worden gegeven.”
Zodra die 45 minutennorm is herijkt, moet worden gekeken naar het daarbij passende zorgaanbod in de regio en de verwachte zorgvraag, adviseert de NZa. Dat kan per regio verschillen. “We zeggen niet dat er SEH’s gesloten moeten worden, maar sluiten het ook niet uit”, benadrukte Rijneveld. Een en ander is afhankelijk van de wijze waarop de acute zorg regionaal kan worden georganiseerd. “Het kan ook zijn dat er ergens een SEH bij moet.”
Pas als die 45 minutennorm is losgelaten en de acute zorg goed regionaal is georganiseerd, moeten de SEH’s worden gefinancierd op basis van beschikbaarheid. “Dat straalt ook uit dat het een nutsvoorziening is. Het moet er gewoon zijn”, vindt Rijneveld.
Op de vraag van Kamerleden hoe een nieuwe norm eruit moet zien, heeft de NZa geen pasklaar antwoord. Per type klacht moet een kader met eisen worden gesteld, zei Rijneveld. Die eisen hoeven wat de NZa betreft vervolgens niet per se in minuten te worden vertaald.
De Tweede Kamer debatteert volgende week over de plannen over de acute zorg van zorgminister Ernst Kuipers.