Opinie - door Björn Bonten. In 2021 stond Sittard op de shortlist voor de titel “mooiste vestingstad van Nederland”. Helaas werd die titel niet in de wacht gesleept, maar een vierde plek was ook niet mis.
Björn Bonten - Burgerlid D66 gemeenteraad Sittard-Geleen, docent maatschappijwetenschappen en voorzitter D66 Limburg
Goed voor Sittard-Geleen, goed voor onze ondernemers, goed voor onze monumenten. Want die laatste kunnen al die aandacht goed gebruiken. Van de Agnetenwal tot aan het Steyne Muurke, waarvan ik laatst nog iemand hoorde zeggen dat er toch geen enkele toerist alleen dáárvoor naar Sittard zou komen. Misschien had hij gelijk. Niet voor alleen het Steyne Muurke. Maar wel voor al die monumenten samen, inclusief het muurke.
Onze gemeente heeft vele gezichten. Er is dus al die mooie vestingstad. Maar er is ook baanbrekende innovatie en circulariteit. En vergeet onze mooie dorpskernen niet, waartussen het heerlijk wandelen en fietsen is. En dat is dan nog los van onze plek in de Euregio, vlakbij Genk, Hasselt, Luik, Maastricht en Aken. Een echte “waereldgemeinte” dus, met het oog op de toekomst, genieten in het heden en verankerd in een rijk en roerig verleden.
Historische plekken genoeg. Maar die hebben wel onze constante aandacht nodig. Anders worden ze zomaar vermalen in de economische molen. En dan zitten we in de plaats daarvan alleen nog met historische blunders. We kennen allemaal het gebouw aan de markt dat daar al jarenlang een pijnlijke herinnering aan is. Zei ik gebouw? Ik bedoelde eigenlijk “lelijke puist”. (Binnenkort komt daar gelukkig, na veel duw- en trekwerk, een oplossing voor). Maar dat soort blunders kunnen we nu nog steeds maken. Liever parkeren dan een Steyne Muurke? Liever geen monumentale Agnetenkapel voor iedereen? Liever historische mijnwoningen slopen in plaats van renoveren, omdat dat wat goedkoper is? Die laatste, 54 woningen in Overhoven, ontworpen door Jan Stuyt en van historische en beeldbepalende waarde, zijn in direct gevaar. Gelukkig zijn de bewoners mondig genoeg om hun bezwaren kenbaar te maken. (Hup burgerparticipatie!) Gelukkig zijn er partijen die het met hen eens zijn. En gelukkig, ook, weten zij zich gesteund door verenigingen als de Stichting Jacob Kritzraedt. Het advies van die stichting en de adviezen van de andere erfgoedverenigingen, gevraagd of ongevraagd, lijken me uiterst waardevol.
En doet het er dan toe of een gebouw of plek wettelijk gezien een monumentale status heeft? Doet het ertoe of onze erfgoedexperts formeel in het proces van bestemmingsplannen en dergelijke betrokken móeten worden? Nee, natuurlijk niet. Al die kennis en historisch besef hoort bij iedere beslissing over het aangezicht van onze gemeente meegenomen te worden. Ik kan alleen maar aannemen dat ons college die adviezen actief opzoekt en er zelfs regelmatige bijeenkomsten voor organiseert. Een Sittard-Geleens Erfgoedplatform of zoiets, dat zou handig zijn. Die monumentale status kan de gemeente trouwens ook zelf toekennen, dat mag gewoon.
Zo’n 60 jaar geleden heeft men dat dus niet gedaan. Er moest en zou een V&D in onze moderne winkelstad komen. Vanuit economisch perspectief droeg ons oude stadhuis helemaal niets bij. Weg ermee dus. We weten allemaal hoe dat is afgelopen… Zo is, ook buiten onze gemeente, menig gebouw ten prooi gevallen aan de ‘vooruitgang’. En dat gebeurde 100 jaar geleden ook al. Al die mijnen zijn echt niet alleen op braakliggend terrein ontstaan. En natuurlijk kunnen we niet elk gebouw dat ooit bestaan heeft of enige waarde had bewaren. Zo werkt de wereld nou eenmaal niet. Je zou alleen denken dat die vooruitgang ons inmiddels ook heeft geleerd dat we ons verleden niet iedere keer voor wat kortzichtige economische groei moeten wegkieperen.
Want wat het oplevert om ons erfgoed en onze monumenten echt te bewaren en prominent onder het voetlicht te brengen, dat is moeilijk te meten. Misschien hadden we met ons oude stadhuis of het Steyne Muurke die wedstrijd van de ANWB wel gewonnen? Wie zal het zeggen? Ik zal in ieder geval zeggen dat een stad of gemeente vol historisch erfgoed meer bezoekers (en trouwens ook bewoners) trekt dan een plaats waar ieder stukje
historie voor een paar zilverlingen is verkwanseld.