Het van 2006 daterende Impulsplan: Starters een eigen thuis! – ook wel bekend als de Startersregeling – wordt opnieuw met vier jaar verlengd. De regeling loopt nu tot en met 31 december 2019.
Ook werd besloten dat de provinciale bijdrage per startersregeling wordt verhoogd van 50% naar 75% per starterslening. Dat maakte de Provincie vrijdag bekend.
Lening als impuls voor aankoop eigen woning
Sinds 2006 neemt de Provincie Limburg deel aan het Impulsplan: Starters een eigen thuis! – ook wel bekend als de Startersregeling. Deze regeling is in het leven geroepen om de positie van starters op de Limburgse woningmarkt te verbeteren en is bedoeld voor mensen die een te hoog inkomen hebben voor de sociale huursector, maar een te laag inkomen voor het kopen van een eigen woning.
Met de lening wordt het verschil tussen het bedrag dat een starter kan lenen op basis van zijn inkomen en de aankoopkosten van een woning overbrugd.
Daan Prevoo is gedeputeerde voor Wonen: “Door deze lening is een grote groep starters eerder kansrijk op de woningmarkt en wordt de doorstroming op bevorderd. Zo kunnen minima ook sneller doorstromen naar vrijkomende woningen. Bovendien zorgt de Startersregeling voor extra bouwproductie en dus ook voor extra banen!”
Positieve bijdrage aan doorstroming
Medio 2015 is de Startersregeling geëvalueerd. Hierbij is vooral gekeken naar het gebruik van de regeling en de eventuele effecten van de regeling op de Limburgse woningmarkt. Prevoo: “Uit deze evaluatie blijkt dat de vraag naar startersleningen in Limburg nog altijd stijgt. Opvallend is ook dat maar liefst 28 van de 33 Limburgse gemeenten deelnemen aan de regeling. Bijna alle startersleningen wordt ingezet voor de aankoop van een bestaande woning en dat levert een positieve bijdrage aan een florerende Limburgse woningmarkt die volop in beweging is.”
Gezamenlijke financiering Provincie en gemeenten
De leningen zijn 3 jaar rente- en aflossingsvrij en worden daarna naar draagkracht afbetaald. De gemeente is het loket waar de lening kan worden aangevraagd. De regeling is ‘revolverend’: de middelen die de Provincie in de leningen investeert vloeien ook weer naar de Provincie terug. Provincie (75%) en gemeenten (25%) financieren de startersleningen gezamenlijk. Tot nu toe ging dat in gelijke delen. Tot 1 mei 2015 was daarvoor ook nog een Rijksbijdrage beschikbaar.
Ondanks dat het Rijk vanaf 1 mei 2015 niet meer deelneemt, gaven de meeste gemeenten aan dat ze willen doorgaan met de Startersregeling. Daarmee is er nog altijd veel draagvlak voor de regeling. De Provincie neemt nu de weggevallen bijdrage van het Rijk over.
Jaarlijks wordt bekeken of de regeling nog altijd voldoet.
» meer informatie over de startersregeling
