Het gerechtshof heeft vandaag besloten om de zaak van de zoutzuurmoorden te heropenen omdat er nog verder onderzoek nodig is. De zoutzuurmoorden betreffen de moord op twee Iraakse mannen en het oplossen van hun lichamen in zoutzuur.
In deze rechtszaak worden drie leden van een in Tuddern woonachtige Sittardse familie (vader, moeder en dochter) verdacht van de moord op een 29-jarige Iraakse man in 2011. Het slachtoffer zou in hun woning in Tuddern zijn doodgeschoten. De moeder werd door de rechtbank Limburg op 26 juni 2013 veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf voor moord. Vader en dochter werden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.
Verhoren
Op de zitting van het hof op 14 en 16 oktober 2014 is de zaak inhoudelijk behandeld. Het hof zou vandaag uitspraak doen maar is tijdens de beraadslaging over de zaak tot de conclusie gekomen dat het noodzakelijk is om de twee zoons van de familie en een vriend van één van hen ter terechtzitting als getuige te horen. Ook benoemt het hof een deskundige die kan oordelen over de mate van betrouwbaarheid van de verklaringen van een (inmiddels overleden) huisvriend. Een datum voor deze verhoren is nog niet vastgesteld.
Zoutzuur en zwavelzuur
Eén zoon van de familie en de (overleden) huisvriend zijn eerder veroordeeld tot 26 maanden cel en 30 maanden cel voor het wegmaken van het stoffelijke overschot van de Iraakse man en voor het wegmaken van het stoffelijk overschot van een door een andere zoon in 2009 vermoorde man. De lichamen werden in een vat met zoutzuur en zwavelzuur gestopt en de overgebleven resten werden later door het riool gespoeld. De zoon en huisvriend gingen niet in hoger beroep.
Bron: De Rechtspraak