Bij de keuze voor Rotterdam als locatie voor het Eurovisiesongfestival, in mei volgend jaar, waren de zaal en faciliteiten van Ahoy bepalend. Dat was voor het songfestivalcomité van NPO, AVROTROS en NOS doorslaggevend.
Het MECC in Maastricht zou verbouwd moeten worden om het festival binnen te halen. De hal voldeed niet aan de gewenste afmetingen en de draagcapaciteit van het plafond bleek niet voldoende. Het was te duur en er was te weinig tijd om dat voor elkaar te krijgen.
Tijdens een bezoek van het comité half juli werd bij het MECC duidelijk welke wensen er waren. De Limburgers onderzochten wat er mogelijk was om dit nog te realiseren. Er was geen geld voor begroot en ze vonden de risico’s uiteindelijk te groot. Maastricht hield daarom vast aan de eerder ingediende plannen.
In mei, direct na de overwinning van Duncan Laurence in Tel Aviv, was de Limburgse hoofdstad de eerste die zich officieel kandidaat stelde als gastheer voor het liedjesfestijn. Maastricht en Limburg hadden er samen 18,3 miljoen euro voor gereserveerd.
Het songfestivalcomité zegt lang te hebben getwijfeld tussen de twee steden maar koos uiteindelijk unaniem voor Rotterdam. “Het voordeel van Ahoy is dat je de hoogte hebt, de breedte, de faciliteiten en dat de locatie gewend is om grote evenementen te huisvesten. Dat vinden we belangrijk”, zei voorzitter Sietse Bakker.
Voor het comité breekt nu een heel andere periode aan. “Nu komt de vraag: wat gaan we maken?”, aldus Bakker. “Wat wordt het thema, hoe gaat het podium eruitzien en wie worden de presentatoren?”
