Minder vaak vwo-advies basisscholieren na doorstroomtoets

Foto: CC0 via PxHere

Kinderen in groep acht van de basisschool hebben na de doorstroomtoets minder vaak een advies gekregen om naar het vwo te gaan dan achtstegroepers in vorige jaren.

Het ministerie van Onderwijs heeft een rapport daarover vrijgegeven na een verzoek van de Volkskrant.

De doorstroomtoets is dit jaar voor het eerst afgenomen. Het is de opvolger van de CITO-toets die kinderen vroeger aan het einde van hun basisschooltijd maakten. Vooraf kregen ze van de school een advies over welk niveau voor de middelbare school het beste bij hen past. Als ze de doorstroomtoets beter zouden maken dan dat advies, moet het advies omhoog.

Volgens het onderzoek vallen de resultaten van de toets dit jaar “relatief laag” uit. Zo kreeg ongeveer 13 procent van de kinderen het advies om naar een vwo te gaan, een percentage “dat lager ligt dan eerdere jaren”. Het rapport geeft daar geen verklaring voor.

Bij meer dan de helft van de kinderen is het schooladvies gelijk gebleven. Dat betekent dat ze de doorstroomtoets slechter hadden gemaakt dan het advies vooraf of dat de uitkomst precies past bij het advies.

Bij een op de zes leerlingen kon het schooladvies worden verhoogd. Dit zijn vermoedelijk “vooral leerlingen met een lage sociaaleconomische status”. Dit was verwacht. De doorstroomtoets is opgezet omdat die kinderen mogelijk structureel te lage schooladviezen kregen en daardoor geremd worden in hun kansen. Volgens de onderzoekers kan nu “voorzichtig de conclusie worden getrokken” dat die leerlingen nu “een stuk meer baat hebben bij de afname van de doorstroomtoets in vergelijking met andere leerlingen”.

 

Cookieinstellingen