Het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vindt dat er snel meer oplossingen moeten komen voor
vervuiling van onze leefomgeving door microplastics.
Ook is “meer en gerichter” onderzoek nodig, vindt het instituut. Want over de effecten die de minuscule plasticdeeltjes op het milieu en onze gezondheid hebben, is nog veel onduidelijk.
“Uit experimenten in het laboratorium is bekend dat microplastics schadelijke effecten kunnen hebben op planten en dieren”, aldus het
RIVM. “Maar het is nog niet bekend of deze effecten ook echt in het milieu optreden. Dat komt onder meer omdat de vorm, grootte en samenstelling van het materiaal sterk verschillen.”
Zo is nog niet precies bekend hoe snel – of traag – microplastics worden afgebroken in de bodem en het water. “Ook is niet voldoende bekend bij welke grootte en hoeveelheid microplastics schadelijk zijn.” Wat onderzoekers van het instituut inmiddels wel aardig in beeld hebben, is welke onderzoeken gewenst zijn om het kennisniveau op peil te brengen. Op basis van gesprekken met hoogleraren en andere experts heeft het RIVM nu een kennisagenda opgesteld.
“Met dit overzicht kunnen onder andere beleidsmakers gericht kiezen welk onderzoek als eerste moet worden gedaan om bijvoorbeeld meer inzicht in schadelijke effecten te krijgen”, legt het instituut uit. “Met de resultaten daarvan kan beter worden bepaald welke maatregelen het meest effectief zijn.”
Microplastics zijn kunststofdeeltjes die kleiner zijn dan 5 millimeter. Ze zijn inmiddels bijna overal in het milieu te vinden en de hoeveelheid neemt nog altijd toe. Los van de kennis over de schadelijkheid ervan, is volgens het RIVM meer aandacht nodig voor manieren om ervoor te zorgen dat deze vervuiling afneemt. Gedragsverandering en innovatie kunnen daaraan bijdragen.