Het winterse weer en het schaatsplezier in februari hebben geleid tot ruim 6000 operaties voor botbreuken.
Dat blijkt uit een inventarisatie van de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (NVT) bij 23 "representatieve
ziekenhuizen".
In de week van 7 tot en met 14 februari was Nederland in de greep van het
winterweer. Het begon met sneeuw en vorst en eindigde in een weekend waarin volop werd geschaatst, onder meer ook op natuurijs.
Door gladheid op de stoep en op straat en door valpartijen op het ijs kwam er wel een stortvloed aan ongevallen binnen bij de ziekenhuizen. Op 15 februari deed de NVT al melding van veel spoedoperaties en tijdelijke behandelingen met een gipsverband. Maar veel patiënten hadden ook daarna nog een operatie nodig.
Uit de inventarisatie komt naar voren dat in de drie weken na de ijsweek er gemiddeld 88 botbreuken per ziekenhuis geopereerd zijn. Vertaald naar alle ziekenhuizen in Nederland komt dit neer op ruim 6000 operaties als gevolg van gladheid. Dat is twee tot drie keer meer dan normaal gesproken in die periode.
De geopereerde botbreuken betroffen vooral polsbreuken, heupbreuken en onderbeenbreuken. "Het viel op dat het vaak complexe breuken betrof, waarschijnlijk door de hoge snelheid waarmee schaatsers op het ijs ten val gekomen zijn. Enkele ziekenhuizen maakten zelfs melding van ernstige buikletsels."
De NVT zegt dat iedereen op de juiste wijze behandeld kon worden, ondanks beperkingen door de
coronacrisis. "Daarbij zijn we enorm geholpen door de inzet en flexibiliteit van orthopedisch chirurgen, gipsverbandmeesters, spoedeisendehulp-artsen en -verpleegkundigen en ziekenhuismedewerkers."
De vereniging zegt te bekijken of ziekenhuizen in de toekomst beter kunnen inspelen op winters weer. "Voor schaatsers geldt dat door goede voorbereiding en preventie in komende gladde winters veel letsel voorkomen kan worden. Hierbij kan gedacht worden aan schaatstraining op een ijsbaan en schaatsen met polsbeschermers of een helm."