Dinsdag maakte de gemeente bekend dat de beleidsplannen voor de drie decentralisaties – WMO, jongerenbeleid en participatie – gereed zijn en ter inzage zijn gelegd.
Vanaf 1 januari krijgen de gemeenten in Nederland er drie belangrijke taken bij binnen het sociale domein. Taken die voorheen centraal door de overheid werden geregeld worden nu dichterbij de mensen die het aangaat neergelegd. Gemeenten worden dan verantwoordelijk voor zorgtaken die voorheen in de AWBZ waren geregeld, voor de jeugdzorg en voor taken op het terrein van de arbeidsparticipatie.
De gedachte achter de overheveling van taken van het Rijk naar de gemeenten is op zich een logische. De gemeente staat dichter bij de burger dan het Rijk en daarnaast voert de gemeente al een groot aantal taken in het sociale domein uit. Door zaken als WMO, arbeidsparticipatie en de jeugdzorg óók bij de gemeente neer te leggen krijgt deze zicht op een compleet pakket. De gedachte is dat gemeenten zo de zorg- en hulpverlening aan mensen die dat echt nodig hebben over de volle breedte kunnen aanpakken volgens de gedachte “één gezin, één plan, één regisseur”.
Verder moet deze aanpak leiden tot meer efficiency en minder kosten door minder overlap en meer samenwerking. De kosten kunnen verder worden teruggebracht door een groter beroep te doen op de eigen kracht en het netwerk van de burger in zijn eigen omgeving. Er wordt dan pas een beroep op andere middelen gedaan als dat echt niet anders kan.
Ingrijpende verandering
Wethouder Astrid Verblakt: “Met de overgang van de verschillende taken binnen het sociale domein staan we aan de vooravond van een ingrijpende verandering in onze samenleving. Het spreekt voor zich dat deze veranderingen van kernwaarden, cultuur en daarbij horende werkwijzen en verantwoordelijkheden, een proces van jaren zijn. Een proces waarin de gemeente de eerste stap zet, en waar we inwoners en maatschappelijke partners nauw bij betrekken, om deze verandering samen vorm te geven.”
Uitdaging
De operatie stelt de gemeente voor een fikse uitdaging. Die is gelegen in de omvang van de wijziging van het takenpakket in combinatie met de snelheid waarmee die van kracht wordt. De vragen of er voldoende middelen beschikbaar zijn om alle zorgtaken uitgevoerd te krijgen, of het ambtelijk apparaat op tijd klaar en op sterkte is om de nieuwe eigen rol goed te vervullen en er tijdens de transitie geen toch al kwetsbare mensen of groepen nog meer in de knel geraken dan ze al zitten kunnen pas in de loop van 2015 goed worden beantwoord.
De operatie stelt de gemeente voor een fikse uitdaging. Die is gelegen in de omvang van de wijziging van het takenpakket in combinatie met de snelheid waarmee die van kracht wordt. De vragen of er voldoende middelen beschikbaar zijn om alle zorgtaken uitgevoerd te krijgen, of het ambtelijk apparaat op tijd klaar en op sterkte is om de nieuwe eigen rol goed te vervullen en er tijdens de transitie geen toch al kwetsbare mensen of groepen nog meer in de knel geraken dan ze al zitten kunnen pas in de loop van 2015 goed worden beantwoord.
Om de overheveling van deze drie taken naar de gemeente zo goed mogelijk te laten verlopen zijn er daarom drie beleidsplannen – WMO, Jeugdhulp en Participatiewet – opgesteld. Dat is gebeurd in samenwerking met de overige gemeenten in de Westelijke Mijnstreek en daarbij zijn ook belangenorganisaties uit de verschillende beleidsvelden betrokken. Inwoners en organisaties uit de gemeente kunnen tot en met 3 september hun visie geven op de beleidsplannen die zijn terug te vinden op www.sittard-geleen.nl.
Overgangsjaar
Daarna worden de beleidsplannen in november door de gemeenteraad vastgesteld. Daarmee ligt dan vast hoe de gemeente vanaf 1 januari 2015 de nieuwe taken uit dient te voeren. Het jaar 2015 is overigens een overgangsjaar, waarin er bijvoorbeeld geen herindicaties voor bestaande WMO-cliënten plaats vinden. De nieuwe regels gelden vooralsnog alleen voor nieuwe aanvragen. Bewoners met een hulpvraag kunnen dan terecht bij heet WMO-adviescentrum, het centrum voor jeugd en gezin en de dienstverlening van Sociale Zaken.
Daarna worden de beleidsplannen in november door de gemeenteraad vastgesteld. Daarmee ligt dan vast hoe de gemeente vanaf 1 januari 2015 de nieuwe taken uit dient te voeren. Het jaar 2015 is overigens een overgangsjaar, waarin er bijvoorbeeld geen herindicaties voor bestaande WMO-cliënten plaats vinden. De nieuwe regels gelden vooralsnog alleen voor nieuwe aanvragen. Bewoners met een hulpvraag kunnen dan terecht bij heet WMO-adviescentrum, het centrum voor jeugd en gezin en de dienstverlening van Sociale Zaken.
Het Rijk en de gemeente zullen de inwoners de komende maanden verder informeren over alle veranderingen die vanaf 1 januari 2015 worden doorgevoerd.
