Het college van B&W heeft uit bedrijfseconomische overweging besloten om geen zonnepanelen te gaan plaatsen op daken van gebouwen die door de gemeente worden gebruikt.
Dat blijkt uit de besluitenlijst van het college. Als grootverbruiker van energie betaalt de gemeente een veel lager energietarief dan een gemiddeld bedrijf of een particulier, waardoor de terugverdientijd van een investering in zonnepanelen veel langer wordt en mogelijk zelfs de technische levensduur – die wordt momenteel ingeschat op 20 à 25 jaar – benadert of overschrijdt.
De gemeente blijft het gebruik van zonnepanelen door particulieren en bedrijven gewoon stimuleren: voor hen is het gebruik economisch wel verantwoord en zijn terugverdientijden van 7 tot 10 jaar momenteel haalbaar, zo is het idee.
Vorig jaar startte de gemeente als eerste gemeente in Limburg met de zonatlas, een interactieve webtoepassing waarop men kan zien of het dak van een pand – qua ligging – geschikt is voor het plaatsen van zonnepanelen. Daarin worden de standaardtarieven gehanteerd en kan een gebruiker niet zelf aangeven wat hij per kWh elektriciteit betaalt.
Berekening opbrengst zonnepanelen op dak gemeentehuis in Geleen volgens de zonatlas is gebaseerd op hogere energiekosten dan de gemeente betaalt.
Plaatsing van zonnepanelen op bijvoorbeeld het dak van het gemeentehuis in Geleen betekent dat er jaarlijks 3 ton minder CO2 wordt uitgestoten. Ook wanneer daaraan een opbrengst wordt gehangen – een bedrag van 15 euro per ton is gangbaar – blijven zonnepanelen uit economisch oogpunt niet zinvol voor de gemeente zelf.
