Respecteier dien taal (8) – En wie is ’t in Zittert-Gelaen?

Foto: Sittard-Geleen.nieuws.nl

Het is al enkele keren ter sprake gekomen in deze rubriek; de erkenning van het Limburgs als streektaal. Een erkenning zowel op nationaal (1997) als op Europees niveau (1998). Maar wat betekent dat nou? Waarom hecht de Raad van Europa zo’n waarde aan onze Europese streektalen?
Het lijkt me daarom van het grootste belang eens na te gaan welke de visie van de Raad in dezen is. Dat standpunt hierover wordt samengevat in de Pre-ambule:

Het doel van de Raad van Europa is het tot stand brengen van een grotere eenheid tussen zijn leden, teneinde hun gemeenschappelijk erfdeel en idealen te bevorderen. De verscheidenheid aan talen is één van de meest kostbare bestanddelen van het Europese culturele erfgoed. Een Europese culturele identiteit ontstaat niet door de invoering van een standaardtaal.
 
Integendeel, met het beschermen en versterken van de traditionele streek- en minderheidstalen levert men een bijdrage aan de opbouw van Europa, die, overeenkomstig de idealen van de leden van de Raad van Europa, slechts kan zijn gegrondvest op pluralistische beginselen.
 
(Bron: Europees Handvest voor streektalen en talen van minderheden, nr. 25, Straatsburg, 1992)

Zonder meer blijkt hieruit dat de Raad de streektalen ziet als een wezenlijk deel van het Europese culturele erfgoed. Dat betekent ook dat een taalgebied dat de erkenning ‘streektaal’ wil verwerven, overtuigend aan een groot aantal criteria zal moeten voldoen.

We schreven het reeds eerder: het Limburgs kreeg de titel ‘streektaal’ op basis van het taalkundig rapport Advies inzake erkenning Limburgs als streektaal (Sittard, 1996). De hierin verwoorde visie werd door de Staten van Limburg en het Ministerie van Binnenlandse Zaken overgenomen (1996-1997).

De Provincie Limburg
De Staten van Limburg hebben zich van het begin af aan zeer positief opgesteld t.a.v. de erkenning als streektaal. Zij zetten zich ook nu nog in om, waar mogelijk, de positie van het Limburgs te versterken onder meer door projecten financieel te ondersteunen. We denken hierbij aan de Lies van de Limburgse plaats- en gemeentenamen en de Spelling 2003 van de Limburgse dialecten.

Maar evenzeer denken we aan de totstandkoming van de Raod veur ’t Limburgs en de benoeming van prof. L. Cornips. Daarbij mag men gerust stellen dat dit stimulerende beleid door een grote meerderheid van de politieke partijen gesteund wordt. Wat velen niet weten is dat het beleid van onze provincie geregeld getoetst wordt door een commissie taalkundigen in opdracht van de Raad van Europa.

De gemeente Sittard-Geleen
Er bestaat een grote belangstelling voor de streektalen, zowel op Europees, nationaal en provinciaal niveau. Natuurlijk rijst de vraag hoe de politieke belangstelling op lokaal niveau is. Laten we kort zijn: die is duidelijk zwaar onder de maat!

Enkele maanden geleden hebben we de gemeenteraadsverkiezingen gehad. Het is bijzonder interessant om in die periode de partijprogramma’s te lezen, waarbij we ons beperken tot het aspect Cultuur. In die programma’s staat nadrukkelijk vermeld welke politieke koers een partij denkt te gaan varen.

Wat ontdekten we tot onze grote schrik?

Géén, letterlijk géén van de politieke partijen, besteedt ook maar één woord aan een taalbeleid met betrekking tot het eigen dialect als deel van de streektaal Limburgs. Kort samengevat: promoten en steunen van de eigen dialecten staat in het geheel niet op hun agenda! Laat staan een beleid in de geest van het Europees Handvest!

Niet te geloven…

We komen graag op deze kwestie terug, maar wel na de Oktoberfeesten…!

F.W. (2 oktober 2014)

Cookieinstellingen