Respecteier dien taal (12) – Algemeen taalbeleid in onze provincie

Foto: Sittard-Geleen.nieuws.nl

Om de vier jaar gaan we stemmen voor de samenstelling van de Tweede Kamer of de Provinciale Staten of de Gemeenteraad.

Zo gingen we op 18 maart naar de stembus i.v.m. de nieuwe samenstelling van de Provinciale Staten. Deze verkiezingen zijn niet alleen van direct belang voor onze provincie, maar ook indirect voor de samenstelling van de Eerste Kamer.

Al enige tijd geleden kwam in deze column het beleid ter sprake van de lokale politieke partijen inzake de streektaal. We moesten helaas constateren dat in onze gemeente (en heel wat andere!!) geen enkele partij daaraan aandacht besteedt, hoewel de burger dat eigenlijk zou mogen verwachten!

Maar hoe is het met de partijen op provinciaal niveau gesteld? Is de situatie daar duidelijk beter? Laten we duidelijk zijn: nee! Géén van de politieke partijen spreekt expliciet over een te volgen beleid en de daar uit voortvloeiende beleidslijnen die de streektaal Limburgs (en daarmee de tweetaligheid!) nadrukkelijk moeten ondersteunen. Natuurlijk staat men over het algemeen positief tegenover onze streektaal, maar in wezen is dat te weinig. We mogen een visie verwachten die daadwerkelijk kan worden vertaald.

Nu ligt de verantwoordelijkheid voor een dergelijk beleid niet alleen bij de politieke partijen. Ook bij heel wat andere organisaties en instellingen ontbreekt een evenwichtig streektaalbeleid. Het mag duidelijk zijn: in deze rubriek wordt geen volledig overzicht gegeven van alle organisaties die op welke wijze ook, te maken krijgen met onze tweetaligheid.

We geven slechts enkele voorbeelden.

  1. We zouden mogen verwachten dat bij een opleiding voor logopedisten in onze regio informatie over tweetaligheid een belangrijke plaats zou innemen. De toekomstige logopedisten zullen doorgaans toch werkzaam zijn in een gebied waarin de streektaal nog zeer levendig is en een belangrijke plaats inneemt in het sociaal-culturele leven van de provincie. Helaas moeten we constateren dat in de opleiding geen aandacht besteed wordt aan de algemene taalkenmerken en klankleer van het Limburgs. Hoeveel “afwijkende” taal- en spreekvormen worden als gevolg daarvan beschouwd als foutief, terwijl een gedegen basiskennis van het Limburgs toch duidelijk anders leert!
  2. Eenzelfde probleem doet zich voor bij de opleiding van leerkrachten voor het basisonderwijs: de pedagogische academie. Veel mensen voor de klas hebben geen flauw begrip van de positie van de streektaal Limburgs, laat staan dat ze over voldoende basiskennis beschikken. Ook hier blijkt dat er tijdens de opleiding nauwelijks of geen aandacht aan tweetaligheid wordt geschonken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat men in die kringen nog vaak de opvatting hoort verkondigen dat alleen Nederlands spreken beter voor de ontwikkeling van het kind zou zijn! En dan “nebenbei”: in 2005 verscheen er onder auspiciën van de Raod veur ’t Limburgs een goed verzorgde taalmethode over het Limburgs: Dien eige taal. Mij is geen enkele basisschool bekend waar deze methode gebruikt wordt.
  3. Onlangs wees prof. Leonie Cornips op een andere specifieke eentaligheidssituatie. Zij wees erop dat in kinderdagverblijven heel vaak uitsluitend Nederlands gesproken wordt en dat men daar verwacht dat de kleintjes dat zo spoedig mogelijk leren beheersen. Vanwaar deze keuze?? Waarom kan er geen plaats zijn voor de – op Europees niveau erkende – streektaal Limburgs? Eentaligheid aanbieden aan kinderen in een jonge taalgevoelige leeftijd is funest voor de streektaal. Deze kinderen moeten, wat de streektaal betreft, min of meer als verloren worden beschouwd!

Maar welke maatregelen moet men nou nemen. Roepen dat dit onacceptabel is, mag wel waar zijn, maar levert weinig resultaat op.

Wat wel duidelijk is, is het gegeven dat we in al deze gevallen te maken hebben met een fundamenteel gebrek aan basiskennis van onze streektaal. Voorlichting en informatie zijn dringend gewenst, maar hoe?

Wellicht een mogelijkheid: Limburg heeft voldoende mensen met kennis van zaken op dit gebied. Nu, deze zouden ingezet kunnen/moeten worden om informatie te verstrekken door lezingen, spreekbeurten, ontmoetingen. Een groep deskundigen onder leiding van bijvoorbeeld de Raod veur ’t Limburgs?

F.W., 19 maart 2015

Cookieinstellingen