Er komt voorlopig geen zuidelijke spooraansluiting bij Chemelot. De beslissing daarover is uitgesteld en wordt onderdeel van de Visie Chemelot 2025.
Daardoor moeten chemische treintransporten naar het zuiden de komende jaren nog altijd eerst naar het spooremplacement in Sittard om daar te worden gerangeerd of om via de Brabantroute te worden omgeleid.
Dat blijkt uit een brief die het College van B&W heeft gestuurd aan de gemeenteraad.
De zuidelijke spooraansluiting is een fysieke spoorverbinding die treinbewegingen naar en vanuit het zuiden mogelijk moet maken, waardoor er niet noodzakelijkerwijs eerst naar emplacement Sittard (of naar verder gelegen emplacementen) gereden moet worden. Op deze manier wordt het spoornet en de omgeving van het emplacement Sittard niet onnodig belast.
Tijdens de behandeling van het raadsvoorstel m.b.t. de Railterminal (6 juli 2011) heeft de gemeenteraad een motie aangenomen over deze Zuidelijke Spooraansluiting.
De motie, die werd ingediend door het CDA, was gericht op een mogelijke toename van de geluidsbelasting voor de wijk Krawinkel als gevolg van treinverkeer van en naar het zuiden via een aan te leggen Zuidelijke Spooraansluiting. De motie voorziet in het er op toezien dat de huidige geluidscontour door deze nieuwe ontwikkeling niet dichter naar Krawinkel komt te liggen.
Voor de Zuidelijke Spooraansluiting zijn twee locaties door ProRail nader onderzocht. Beide locaties (nabij Krawinkel en nabij Businesspark Geleen) zijn vanwege fysieke en technische beperkingen niet realiseerbaar binnen de gestelde financiële randvoorwaarden, valt in de brief te lezen. Overheid (gemeente, provincie en rijk) en bedrijfsleven hebben samen 25 miljoen euro over voor de realisatie van het project. Bij een eerste verkenning in 2011 raamde ProRail de kosten van het project op 38 miljoen euro.
De Zuidelijke Spooraansluiting wordt daarom bezien binnen de Visie Chemelot 2025. In dit kader wordt de motie inzake de geluid problematiek meegenomen.
