Afgelopen jaar telde Nederland bijna 119 duizend gevallen van kindermishandeling. Enkele tientallen kinderen overleden aan de gevolgen daarvan.
Alle reden om daar tijdens de Week tegen Kindermishandeling – van maandag 14 tot en met zondag 20 november – ieders aandacht voor te vragen.
De Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik streeft ernaar om het aantal gevallen van kindermishandeling binnen 10 jaar in elk geval te halveren en pleit daarom onder meer voor een verplichte opvoedcursus voor ouders, betere informatie-uitwisseling en een meldcode voor alle beroepen met geheimhoudingsplicht.
Onder kindermishandeling wordt niet alleen lichamelijke mishandeling verstaan. Er is sprake van kindermishandeling in het geval van
- Lichamelijke mishandeling: alle vormen van lichamelijk geweld bij een kind.
- Emotionele mishandeling: een volwassen persoon scheldt het kind regelmatig uit, doet vaak afwijzend en vijandig tegen het kind of maakt het kind opzettelijk bang.
- Lichamelijke verwaarlozing: het kind krijgt niet de zorg en verzorging die het nodig heeft.
- Emotionele verwaarlozing: doorlopend tekort aan positieve aandacht voor het kind. Het negeren van de behoefte van het kind aan liefde, warmte, geborgenheid. Hieronder valt ook de situatie waarbij een kind getuige is van geweld tussen ouders en verzorgers.
- Seksueel misbruik: seksuele aanrakingen die een volwassene een kind opdringt.
Naast al het persoonlijke leed hebben kinderen die slachtoffer zijn van een of meer van bovenstaande vormen van kindermishandeling meer kans op een psychiatrische stoornis, depressie, angststoornissen, drugsgebruik en seksueel risicogedrag. Ook is er een verhoogd risico om later eigen kinderen te mishandelen.
Deze gevolgen zijn ook te vertalen in kosten voor de Nederlandse samenleving: naar schatting 1 miljard euro per jaar.
Meer dan genoeg redenen dus om kindermishandeling te voorkomen of in een vroegtijdig stadium te stoppen.
