In week 40 (2 – 8 oktober) steeg het landelijk gemiddelde aantal virusdeeltjes in het rioolwater met 17% ten opzichte van de voorgaande week.
Afgelopen week steeg het aandeel deelnemers met COVID-19-achtige klachten in Infectieradar (externe link)licht, vergeleken met de week ervoor (van 4,1% naar 4,5%). Het dagelijks gemiddeld aantal ziekenhuisopnames van patiënten met SARS-CoV-2 steeg met 18%.
In week 40 is het nieuwe respiratoire seizoen gestart. In de periode voorafgaand aan het nieuwe respiratoire seizoen zagen wij een stijgende trend in het aantal virusdeeltjes in het rioolwater, het deel van Infectieradar deelnemers met COVID-19-achtige klachten of een positieve testuitslag, en het aantal ziekenhuisopnames. Afgelopen week werden per dag gemiddeld 60 patiënten met SARS-CoV-2 opgenomen in het ziekenhuis. In dezelfde periode vorig jaar was dit aantal met 147 patiënten per dag aanzienlijk hoger. Toen zaten we rond deze periode op de piek van een verheffing. Wanneer en hoe hoog de piek dit seizoen zal zijn, kunnen we nu niet voorspellen. Dit is afhankelijk van meerdere factoren, zoals de afweer in de Nederlandse bevolking tegen de varianten die rondgaan.
In tegenstelling tot andere verwekkers van luchtweginfecties, zoals influenzavirus en RSV(Respiratoir Syncytieel Virus), vertoonde SARS-CoV-2 vooralsnog geen eenduidige seizoenstrend. Voor SARS-CoV-2 waren de afgelopen jaren meerdere pieken zichtbaar door het jaar heen, waar voor ziekteverwekkers als influenza en RSV in de wintermaanden normaliter één verheffing wordt gezien.
Virusvarianten
Zowel in het rioolwater als in de kiemsurveillance worden veel verschillende XBB varianten gevonden. De EG.5, een XBB.1.9 subvariant die recent door de WHO(World Health Organization ) aangemerkt is als ‘Variant of Interest’, was in week 39 de meest aangetroffen variant in het rioolwater en is ook de meest voorkomende variant in de kiemsurveillance. BA.2.86, een BA.2 subvariant die de afgelopen weken op meerdere plekken in de wereld is gemeld, wordt op steeds meer locaties in het rioolwater gezien en wordt ook aangetroffen in de kiemsurveillance. Deze variant toont veel genetische verschillen ten opzichte van de andere varianten die nu circuleren en wordt daarom wereldwijd nauwlettend gevolgd. Er zijn nu geen aanwijzingen dat deze (sub)varianten ziekmakender zijn dan de eerdere omikronvarianten.
