Geonius Vlug en Lenig: vol vertrouwen naar nieuwe seizoen

Foto: Geonius Vlug en Lenig

Vijf jaar lang smeedde coach Edwin Janssen de Geleense handbaltalenten van handbalvereniging Vlug en Lenig.

Met vallen en opstaan, maar ook met een geleidelijke uitbreiding van trainingsfaciliteiten die gaandeweg vruchten zouden gaan afwerpen. Met als uiteindelijke resultaat dat de ploeg inmiddels een plekje in de subtop van het Nederlandse dames handbal heeft veroverd.

Een solide basis om door te ontwikkelen is gelegd. Afgelopen seizoen eindigde Geonius Vlug en Lenig als vijfde in de hoogste Nederlandse handbaldivisie.

Historie

Twee landstitels – 1987 en 1990 – mocht de club aan de dameskant in het verleden vieren. In het seizoen 2000-2001 werd een nieuwe verenigingsstructuur ingevoerd waarbij de dames en herentak gescheiden werden. In 2009 eindigde de overeenkomst met de Stichting Tophandbal Geleen. De damesafdeling ging zelfstandig verder maar degradeerde naar de eerste divisie. In 2012 werd de plek in de eredivisie heroverd, een plek waar men sindsdien een vaste waarde is gebleken. Afgelopen seizoen was een vijfde plek het hoogst haalbare resultaat, een jaar eerder eindigde Vlug en Lenig als zesde. In totaal kwam de ploeg 30 maal Europees in actie, voor het laatst in het seizoen 2018/2019: in de derde ronde van de Challenge cup was er tweemaal winst op ZRK Kumanovo, bij de laatste 16 was competitiegenoot Quintus het struikelblok.

Actueel

Sinds eind juli is de 24-koppige selectie in training ter voorbereiding op het nieuwe seizoen. Drie speelsters – Ilya Belgareh, Nomi In de Braekt en Femke Kleijkers – revalideren nog. Door vakantie en het EK U17 was de groep nog niet volledig aanwezig. “Zo vlak voor de start van de competitie zijn we natuurlijk nog niet klaar,” aldus de nieuwe coach Harold Nüsser. “We proberen een constant niveau te halen. Het proces loopt door, de groep is heel gedisciplineerd. We hebben prima faciliteiten.” Met een mix van routiniers en jonkies gekoppeld aan zijn eigen ervaring als speler en coach zit er balans in de groep. “Ervaren en minder ervaren speelsters moeten elkaar versterken.”

Voor Nüsser (52), overgekomen van BFC, een mooie uitdaging om met nieuwe accenten de ingeslagen weg voort te zetten. De oud-international – 155 interlands en als coach actief bij meerdere Nederlandse en Belgische topclubs – was in het seizoen 2009-2010 ook als coach verbonden aan de damesploeg. Met Bart Pepels als assistent en Guido Nanning als teammanager is een deel van de begeleidingsstaf ingevuld.

Een van de ‘kartrekkers’ is ongetwijfeld Sabien Storken (25), die al zeven jaar deel uitmaakt van de hoofdmacht. Twee blessures kort na elkaar – meniscus en kruisband rechterknie – weerhielden de Susterense er niet van om de draad weer op te pakken. “Die knie voelt normaal, ben niet bang dat het nog eens mis gaat.” Haar centrale positie in zowel aanval als defensie is belangrijk: “Ja, noem het maar het verlengstuk van de trainer. Die natuurlijke rol ligt mij wel, leuk om te doen. Gestart met een grote groep die stilaan vaste vorm moet krijgen door veel samen te trainen. Basisniveau is het beginpunt van alles, de ervaren speelsters moeten de jonkies mee omhoog nemen. Andersom moeten de ‘ouderen’ ook het enthousiasme van de jeugd oppikken.”

Aan het einde van dit seizoen hoopt Storken stiekem op kwalificatie voor Europees handbal. “Drie jaar geleden al eens vier wedstrijden meegemaakt, als was Quintus uit en thuis niet echt Europees te noemen,” grapt ze. “Maar zoiets kost geld, dus moeten we misschien nu al beginnen met acties om de boel te kunnen bekostigen,” geeft de blondine een schot voor de boeg.

Doelstelling
Twee weken voor de start van de competitie formuleerde de groep een prima doelstelling voor komend seizoen:
Via voor elkaar en met elkaar de klassering van afgelopen seizoen verbeteren.

Vijf speelsters zijn niet meer bij de selectie. Daar staat de komst van een aantal talenten uit de tweede ploeg en de A-junioren tegenover. Een bewuste keuze om niet te gaan shoppen bij andere clubs, maar vertrouwen uit te spreken richting de eigen talenten. Nieuwkomer Iyem Pelzer – eerder al actief in de Geleense jeugdafdeling – en Robin Grooten speelden begin augustus met de nationale U17-selectie op het EK in Montenegro waar de ploeg als negende eindigde en kwalificatie afdwong voor het WK U18 in 2024. Het tweetal moet, samen met andere talenten, op termijn in de eerste ploeg een hoofdrol kunnen spelen.

Terug ook op het oude nest: Bjorn Alberts. Op de plek waar hij eind vorige eeuw zijn eerste handbalstappen zette is de voormalig doelman van Vlug en Lenig, Dormagen, Rostock, BFC, Sittardia (zes jaar), Neerpelt (vijf jaar), Bocholt (acht jaar) en begin 2023 interim-doelman bij KTSV Eupen nu actief als keeperstrainer. Kim van den Boorn neemt na haar afscheid onder de lat de begeleiding van de keepsters binnen de jeugd-prestatieteams op zich. Haar ervaring komt daarbij goed van pas.

Sinds maart hanteert Salvador Essers de voorzittershamer, tot november ad interim nadat het bestuur eind november grotendeels opstapte. Essers: “Een zwaar jaar, onrustig ook maar de club heeft toch stappen gezet, maar mist nog wat helpende handen. Financiële basis is solide, mede door trouwe en nieuwe sponsors. De hoofdmacht eindigde als achtste, door de nacompetitie werd het zelfs een vijfde plek. Bijna 30 teams zijn in de competitie actief. De ploeg heeft laten zien dat ze overtuigd is van haar eigen kwaliteiten. Mentaal sterk ook. Het team accepteert de huidige situatie bij V&L zonder te zeuren en is enthousiast.”

De eerste drie thuiswedstrijden speelt Vlug en Lenig in de Fletcherhal in Sittard. Reden voor deze tijdelijke verhuizing is de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne en de verbouwing van sporthal Glanerbrook. Pas in het vierde thuisduel keert de ploeg terug in de vertrouwde omgeving in Geleen, met het laatste duel van de eerste competitiehelft, tegen Kwiek Raalte. “Glanerbrook is het centrale hart van onze club,” geeft Essers aan. “Dat hebben we heel lang moeten missen. We misten onze achterban, eerder al in corona-tijd. Al onze teams konden niet samen op één locatie trainen. Nog een paar weken en we keren terug naar het vertrouwde Glanerbrook.” Thuiswedstrijden zijn ook te volgen via een livestream op internet. Deze worden aangekondigd in publicaties en op social media.

Cookieinstellingen